Een blik achter de schermen:
De richtingen Economie en Economie-Moderne Talen in tweede en derde graad
Op verzoek van het tijdschrift Macro Micro (van de vereniging van leraren economische wetenschappen VLEW) bezorgden we een artikel over onze economische afdeling. Publicatie gebeurde in het januarinummer van 2015
Inleiding
Het Sint-Janscollege van Meldert is een middelgrote school met een evenwichtig aso-aanbod. Hierin is er aandacht voor talen, wiskunde, wetenschappen en economie op een degelijk niveau dat, getuige de resultaten van oud-leerlingen, ruim kansen biedt in het hoger onderwijs.
De school ligt op een groot domein in een landelijke, groene en rustige omgeving. Via een masterplan heeft het Sint-Janscollege de voorbije tien jaar maximaal geïnvesteerd in sportterreinen, gebouwen, lokalen en uitrusting. En ook aan de pedagogische aanpak en methode wordt voortdurend gesleuteld om kwaliteit te verbeteren. Daarnaast is er ruim aandacht voor leerling- en studiebegeleiding in de ruimste zin van het woord. Het Sint-Janscollege wil zo een moderne school zijn die mee is met haar tijd.

De laatste tien jaar is men ook steeds meer belang gaan hechten aan juiste oriëntatie en studiekeuze. Zo maak je al vroeg – tot in het hoger onderwijs toe - het verschil tussen een succesvol traject voor leerlingen of maar wat doelloos aanmodderen. En dit geldt zeker ook voor de afdeling economie. De school biedt de optie Economie aan in de tweede graad en de optie Economie-Moderne Talen in de derde graad.
Een face lift voor de afdeling economie
Ettelijke jaren geleden werd beslist de afdeling economie sterk op te waarderen. Binnen een aso-kader dreigt een dergelijke afdeling al snel als minderwaardig afgedaan te worden in de ‘publieke opinie’. Dit zeker in combinatie met moderne talen, tegenover de combinatie met wiskunde. “Daar kom je immers toch alleen maar terecht als je geen Latijn kan, of minder goed bent in wiskunde?” In de perceptie wordt Economie Moderne Talen in onze school dan de richting waarin je je aan aso kan blijven vastklampen eer je zogenaamd “afglijdt” naar humane wetenschappen of richtingen in tso of bso.
Aan die negatieve perceptie, die bij veel ouders én leerlingen, leek te leven, wilden we iets doen. Toegegeven. Je bent inderdaad na een opleiding in EMT - toch duidelijk een doorstromingsrichting - niet voorbereid om in het hoger onderwijs uitgerekend studies geneeskunde of burgerlijk ingenieur aan te vatten. Logisch toch? Maar de richting biedt wél heel wat mogelijkheden als je voor de juiste opvolgrichting in hoger onderwijs kiest, denk aan bvb. Handelswetenschappen. Zo biedt deze richting eindeloos veel kansen op de arbeidsmarkt, zeker in een maatschappij die door economie gedomineerd lijkt te worden.
Naast de traditionele lessen die in het leerplan vervat zitten, wilden we ook inzetten op zoveel mogelijk aangepaste projecten met deze leerlingen. Projecten die leerlingen al doende en al uitproberend laten ontdekken waar ze goed in zijn, waarin ze zich kunnen onderscheiden en waar ze zich goed in voelen.
Tegenwoordig heeft men de mond vol over schaalvergroting. Maar uitgerekend het feit dat het Sint-Janscollege geen mastodont, maar een middelgrote school is, met slechts één leerkracht economie, mevrouw Morobé, aan het roer heeft ook zijn voordelen. Zeker als zo’n leerkracht vrij baan krijgt in voortdurend overleg met en gesteund door het beleid. Die ene leerkracht op kop volgt de leerlingen van in het derde tot het zesde jaar, doorheen twee volledige graden. Zij kan hen zien evolueren en laten evolueren. Zij kan ook de verschillende projecten, jaar per jaar, op maat van de betrokken leerlingen invoeren en blijven aanpassen. Zij profiteert bovendien van een geweldige voorkennis t.o.v. alle leerlingen die in deze richting doorstromen. Zij is met andere woorden ideaal geplaatst om aan trajectbegeleiding te doen.
Een overzicht van de projecten
Mede dankzij Vlajo zijn er heel wat relatief kant en klare ideeën en projecten beschikbaar, met de nodige professionele ondersteuning vanuit de sector. Men hoefde op onze school het warm water niet opnieuw uit te vinden. Dergelijke projecten werden vlot binnengehaald, daar waar ze tot hun recht konden komen en daar waar ze ook vlot in te passen waren in de eigen werking en cultuur van de school en in het totale schoolproject.
In het derde jaar werkt men zo met de Vlajo-challenge. Dit is een educatief online spel waarbij leerlingen een winkel openen, aan voorraadbeheer moeten doen, personeel moeten aanwerven, met concurrentie rekening leren houden, etc.
In het vierde jaar is er het Jieha!-project (Jong Initiatief voor Ethische Handel). Deze keuze lag op onze school erg voor de hand. Er is immers het eigen opvoedingsproject dat sterk sociale klemtonen probeert te leggen en er is de rijke traditie van de Aalmoezeniers van de Arbeid (de Congregatie achter het college). Jieha staat zo voor maatschappelijk en ethisch verantwoord ondernemen met daarin aandacht voor allerlei vaardigheden. Denk aan verkoopsgesprekken leren aangaan, marketingstrategiën uitwerken, etc. En dat enkel met fair trade producten of diensten.
Dit project wordt op school rechtstreeks gelinkt aan de projecten die de Aalmoezeniers hebben lopen in Congo (onderwijs en medische zorg). Via directe contacten met verantwoordelijken vanuit Congo slaagt men erin de leerlingen extra te motiveren en hen ook duidelijk te maken dat er wel degelijk een verschil kan worden gemaakt. En dit ongeacht de schaal, groot of klein, waarop men werkt. Een goed doel wordt pas echt goed als je er ook vertrouwd mee bent en persoonlijk in contact kan komen met (getuigenissen van) de noden waarvoor je je inzet. Zo komt ‘onze’ Pater Jan elk jaar met veel enthousiasme verslag uitbrengen en de winst voor het goede doel in ontvangst nemen.
Vanaf de derde graad werd er in de lessenroosters naast de reguliere uren voor het ‘vak’ economie bewust ruimte gemaakt voor twee seminarie-uren economie, in 5 én in 6. In het vijfde jaar is dat nog sterk theoretisch, hoewel er uiteraard wel ruimte is voor praktische toepassingen en interactief en samenwerkend leren. Binnen deze twee seminarie-uren hebben we bewust een koppeling voorzien met ‘Bedrijfsbeheer’. Denk aan elementen van boekhouden, het sociale en fiscale statuut van zelfstandigen, juridische vormen en startersvoorwaarden, marketing, kennis van handelsdocumenten, BTW-stelsels, etc. Dit biedt leerlingen van in het vijfde jaar middelbaar een breed kader, veel breder dan enkel de leerplannen economie. Leerlingen die hierop inzetten, behalen aan het einde van hun middelbaar onderwijs ook het officiële getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer. Bovendien zijn ze zo al sterk theoretisch én praktisch voorbereid op hogere studies en op een aantal opties in de latere arbeidsmarkt.
Vanaf het zesde jaar is er in deze seminarieuren ook ruimte voor de zogenaamde mini-ondernemingen. Hierbij wordt de rechtstreekse band met het bedrijfsleven sterk aangehaald. We denken aan de nauwe contacten en samenwerking die we bijvoorbeeld hebben met de heer Jurgen Everaerts van het ‘peterbedrijf’ Tiense Suikerraffinaderijen. Maar ook verschillende bedrijfsbezoeken, op aangeven van de leerlingen zelf, staan op het programma. Denk bijvoorbeeld aan bezoeken aan Audi Vorst of Coca Cola Wilrijk.
Naarmate we zo de interesse en het engagement bij leerlingen aanwakkeren, groeien ze. En we hopen dat ze al deze ervaringen, vaardigheden, kennis en inzichten meenemen in een juiste en voor hun gepaste studiekeuze. Hoe beter voorbereid en hoe (zelf)bewuster ze kiezen, hoe hoger immers hun slaagkansen. Statistieken van de resultaten van oud-leerlingen bevestigen ook dit.
Onze mini-ondernemingen vielen in de voorbije jaren wel vaker in de prijzen
Schooljaar 2008-2009 Mus-Eco
Verkochten douche radio’s, oortjes van MP3-spelers. Een deel van de opbrengst ging naar de strijd tegen Mucovisidose. Ze werden, na het insturen van een reclamefilmpje, ook geselecteerd voor een opname bij ROB-TV, samen met 9 andere mini’s uit de regio Leuven-Tienen-Aarschot.
Schooljaar 2010-2011 Sheepsales
Verkochten zelf ontworpen sjaals met kap. Deze sjaals lieten ze breien door bejaarden in rusthuizen en breiclubs. Ze verkochten ook breipakketten voor personen die hun sjaal liever zelf maakten en gaven workshops op school om te leren breien, iets wat ook de jongens erg aansprak. Ze geraakten in de provinciale finale voor ‘beste ondernemende klas 2010-2011’ waar ze samen met 5 andere mini’s uit de regio’s Tienen-Leuven-Aarschot en regio Brussel-Halle-Vilvoorde streden voor een plaats in de nationale finale. Dit lukte hun helaas niet, maar ze kregen wel de ‘Deloitte for Innovation Award’. Dit is een externe onderscheiding voor het meeste innovatieve product uit de provincie Vlaams-Brabant.
Schooljaar 2011-2012 Saporia
Verkochten olijfolie rechtstreeks geïmporteerd vanuit een lokale boer in Italië.
Schooljaar 2012-2013 Greenover
Verkochten producten uit gerecycleerd papier en karton die toch hip en trendy zijn. Er was ook een sociale dimensie aan gekoppeld. De kinderen uit het 1ste leerjaar van de basisschool Mariadal uit Hoegaarden maakten voor hen kindertekeningen rond het thema milieu. De winnende tekeningen werden als stickers op de producten van Greenover gekleefd. Zij kregen een prijs van €100 voor beste businessplan en ze gingen door naar de provinciale finale. Zij waren hiervoor geselecteerd samen met drie andere mini’s uit de regio Tienen-Leuven-Aarschot en de regio Brussel-Halle-Vilvoorde. Ze wonnen ook de OVAM award.
Schooljaar 2013-2014 – Woodu
Van afvalhout een nieuw product maken. Er was een samenwerking met St.-Kamillus uit Bierbeek; die maakten dienbladen en sleutelhangers. De productie van fotokaders en memoborden gebeurde door Het Technicum, een technische school in Sint-Truiden. Zo werd de band tussen aso en tso nauwer aangehaald. Zij geraakten ook in de provinciale finale waar ze de strijd aangingen tegen vijf andere mini’s uit de regio Tienen-Leuven-Aarschot en de regio Brussel-Halle-Vilvoorde om naar de nationale finale door te kunnen gaan. De nationale finale zat er niet meer in, maar ze kregen wel de ‘Deloitte Innovation Award’. Ze waren ook samen met 3 andere mini’s geselecteerd voor de SEP-wedstrijd waar ze in een virtuele presentatieronde streden voor de titel van de beste Belgische sociale mini.


En niet alleen in de economische afdeling
Scholen werken ondertussen al heel lang vakoverschrijdend. Eigenlijk deden scholen dat al lang voor men hiervoor een term uitvond. Aspecten en begrippen van economie komen dus in heel vele lessen aan bod. Dat beperkt zich uiteraard niet tot het kader van de afdeling economie.
Daarnaast ziet de school ook de werking van haar leerlingenraad als een totaalproject waarin evenzeer heel wat economische aspecten aan bod komen. De leerlingenraad wordt gedragen vanuit de derde graad, maar waaiert via vertegenwoordiging, inspraak en overleg uit tot in het eerste jaar. Deze leerlingenraad heeft, via schoolraad en interne adviesraad, ook een vinger in de pap bij de beleidsvorming op school.
Zich organiseren, in team werken, projecten opstarten en beheren, mensen overtuigen en motiveren, organiseren, aankopen doen, economisch en financieel beheer doen, marketing- en promotiestrategiën bedenken etc. zijn bij de talloze en zeer diverse projecten van de leerlingenraad essentieel. Op die manier komen ook leerlingen uit andere afdelingen in contact met essentiële attitudes, kennis en vaardigheden in een economische wereld.
De school zet verder hoog in op alle mogelijke vormen van samenwerking met de sociaal-culturele en economische omgeving van de school. Logisch dat veel schoolse projecten met leerlingen hierop inhaken.
Terug naar het uitgangspunt
Op al deze manieren willen we de fierheid en het zelfbewustzijn van onze leerlingen scherp stellen. Uitgerekend de leerlingen van de economische afdeling staan tijdens hun middelbare studies al met twee voeten op de grond. Voor hen niet louter theorie, maar doen en ondervinden in de maatschappelijke en economische werkelijkheid van vandaag. Op deze afdeling zijn we trots omdat de leerlingen hier daadwerkelijk al iets realiseren en kunnen presenteren voor een extern publiek. Iets dat al relevantie heeft in het reële leven. Dat instappers in onze economische afdeling dat kunnen doen met een sterk gevoel van eigenwaarde vinden we erg belangrijk. Ze gaan er niet naartoe omdat ze niets anders zouden kunnen; ze doen net dit omdat ze er voluit en geïnteresseerd voor kunnen kiezen en die interesse hier verder kunnen uitdiepen.
En waartoe leidt dit uiteindelijk allemaal?
We zien de richting EMT op onze school als een degelijke voorbereiding op een bacheloropleidnig of eventueel, voor de sterksten, een masteropleiding. Handelswetenschappen lijkt dan de gedoodverfde keuze, maar zeker niet de enige.
De school houdt nauwgezet de resultaten van haar afgestudeerden bij en het is dan ook interessant om te zien wat onze oud-leerlingen Economie-Moderne Talen bereiken in het hoger onderwijs. Op de voor de hand liggende vraag of al deze leerlingen dan ook verder gaan in economische richtingen is het antwoord neen. Neen, natuurlijk niet, zouden we haast zeggen.
30 tot 40% van deze leerlingen kiest voor richtingen als handelswetenschappen (bachelor of master), voor TEW, marketing, bedrijfscommunicatie, bedrijfsmanagement, communicatiemanagement, accountancy en fiscaliteit, bedrijfsvertaler, etc. De overigen gaan vaak voor keuzes als rechten, rechtspraktijk, criminologie, informatica of journalistiek, maar ook voor een lerarenopleiding en zelfs voor pedagogie. En ze doen dat allemaal behoorlijk succesvol. Uiteindelijk behalen haast al onze oud-leerlingen EMT een diploma hoger onderwijs. Hier en daar doen ze dat met een jaartje achterstand na een eerste foute keuze. Wie zo terugschakelt van een master naar een bacheloropleiding kiest, opvallend, haast altijd voor een bacheloropleiding in een economische richting. Omgekeerd zien we ook een aantal bachelors via een schakelprogramma met succes doorstoten naar een masteropleiding. Grosso modo behaalt 25% van onze oud-leerlingen EMT een masterdiploma en 75% een bachelordiploma aan het einde van studies HO.
We zijn dus best fier op wat oud-leerlingen uit onze economische afdeling allemaal bereiken. En dat ze niet allemaal verder studeren in een economische richting is dan helemaal geen punt. Het bewijst eens te meer dat een opleiding EMT binnen ons aso-kader voldoende breed is en voldoende algemeen vormend om ook nog vele andere richtingen uit te kunnen. Het geeft je een solide algemene basis.
Dit maakt dat onze leerlingen EMT zeker naast andere leerlingen binnen het aso kunnen gaan staan. Ze zijn – op voorwaarde dat ze verstandig kiezen - erg succesvol in het hoger onderwijs en vinden ook daarna hun weg behoorlijk vlot in het professionele leven. En daar ging het toch om…
Roland Severijns
Karin Morobé
Maart 2015
Website en contact
www.sint-janscollege-meldert.be
Waversesteenweg 1 - 3320 Meldert
Tel.: 016 76 62 71 - Fax: 016 76 54 82
sint-janscollege@telenet.be